Naast technisch onderzoek was er op de afdeling T.O.DH.D. ook veel administratief werk te doen, net zoals op alle afdelingen overigens. Processen-verbaal opstellen - met de ouderwetse typemachine - , sporen beheren en vergelijken, afgenomen vingerafdrukken classificeren, foto’s maken en ontwikkelen, onderzoeken van binnengebrachte sporendragers etc. etc.
Aanvankelijk ben ik in mijn eentje gestart op een ruimte die direct aan de trap op de eerste verdieping lag. Bij de uitbreiding van het bureau verhuisden wij naar de oude kamer van de korpschef (dat werd de studio) en vier daarnaast gelegen ruimtes (donkere kamer, keuken annex sporenonderzoekruimte, kantoor (waar deze foto werd genomen) en een afdeling die vrij toegankelijk moest zijn voor de recherche en waar kopieën van processen-verbaal en de foto’s/persoonsbeschrijvingen van alle verdachten in alfabetische volgorde werden opgeslagen.
Omstreeks 1972 bestond de T.O.H.D. uit twee man. Een aantal jaren uit Herman Laheij en Leo van Aart. De laatste T.O.H.D. – jaren was Rinie Jansen de 2e man van de T.O.H.D.
Hier aan het werk tijdens de stage bij het O.O.B. waar ik bezig ben om met de zogenaamde vergelijkingmicroscoop krassporen te vergelijken.
Een vergelijkingsmicroscoop bestaat uit 2 aparte sterk vergrotende optische inrichtingen (op deze foto met A en B aangeduid). Onder de A-microscoop komt het originele spoor te liggen en onder de B-microscoop wordt het proefspoor gelegd.
Na het nodige puzzelen wordt gezocht naar een äanpassing” waarbij alle lijnen exact het zelfde patroon moeten tonen. Daarna werd het beeld gefotografeerd op een 9 x 13 cm glasplaat die door het grote diafragma (64) een belichtingstijd van ongeveer 8 uur nodig had!
Het zichtbaar maken van weggevijlde serienummers heb ik hioer ook geleerd. Hier ben ik bezig om een verwijderd serienummer van een geweer zichtbaar te maken. Zo’n onderzoek duurde vrij lang (gemiddeld 5 uur).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten